Monday, 16 September 2013

Over Afscheid nemen en Blijven


Bram en Knor

Bram en Knor waren mijn vrienden. Een jaar geleden kwamen ze naar Annerveenschekanaal. Een jaar mochten ze hier wonen, groeien van big naar volwassen varken. Ze hadden hun eigen terrein, een hok en een prachtig grasveld dat binnen een week of twee door hen was omgewroet tot modderpoel. Met grote toewijding werd het gras met hun neuzen bewerkt, tot hun terrein echt 'varken-proof' was. In regenachtige tijden was het een grote modderpoel. Met beter weer kon je op het droge zand met ze knuffelen zonder helemaal 'vermodderd' huiswaarts te keren.
Bram en Knor waren geweldig!
Een paaar dagen geleden zijn ze opgehaald voor de slacht. De modder ligt er onbewerkt en onbewoond troosteloos bij. Ik mis Bram en nog meer Knor. Ik voel me afgesneden.


Bram en Knor, net aangekomen in Annerveenschekanaal

Wanneer ik verdrietig was, ging ik naar Bram en Knor. Anders ook, maar wanneer ik niet helemaal lekker in mijn vel zat, klaarde mijn stemming altijd op tijdens een bezoekje aan hen.
"Brahham, Knohhor, waar zijn jullie???" riep ik altijd. Dan klonk er een enorm gestommel in hun hok, en vlogen ze er als champagne kurken uit de fles uit. Links kijken, rechts kijken; vanwaar kwam die roep? Ze zien niet veel, met die reuze oren voor hun ogen. Maar toch wisten ze met te vinden, tevreden knorrend kwamen ze in draf naar me toe. Bram eerst, want Bram was de dominante heer. Hij wilde iedereen voor zich alleen. Knor wist dat en als hij het eens vergat, kreeg hij op niet misverstane wijze van Bram te weten hoe het zat: Dreun!

Lieve Knor

Knor schikte zich in zijn lot en heeft al doende volgens mij al snel geleerd dat hij niet vergeten werd door ons mensen. Hij kreeg alleen nooit eerst. Niet de eerste aai, niet de eerste snack. Maar uiteindelijk had Bram vrij snel genoeg van de aandacht, als het eten op was. Dan ging hij rondstruinen of plassen (eindeloos duurde dat!). Knor en ik zagen onze kans en dan werd er geknuffeld, geaaid, gekriebeld. Onderwijl zei ik lieve woordjes en Knor knorde tevreden lieve knorretjes terug. Het was een echte conversatie; praten en luisteren, antwoorden. Knor ging dan tegen mijn been aanleunen, ging door zijn knieƫn, ging liggen en rolde op zijn rug of zij. Dan liet hij zijn been opzij zakken zodat ik zijn lies en zijn buik kon aaien. Net zoals onze hondjes dat doen. Wat konden wij samen genieten van die knuffel momenten.
Met zijn grote enorme lijf, dat zo 'hard' voelde als hij stond, was hij letterlijk en figuurlijk zo zacht en kwetsbaar en aandoenlijk ontroerend, zo aan mijn voeten, zachtjes knorrend. Zo precies als een huisdier. Zoveel overeenkomsten met onze honden.

Bram met zijn lieve oogjes

Deze week zijn Bram en Knor afgevoerd en geslacht. We wisten dat het ging gebeuren. Het was de afspraak met het dorp. Mensen eten varkens en veel varkens hebben een vreselijk leven. Niet Bram en Knor. Maar Bram en Knor waren onze varkens, onze vrienden. Onze huisdieren. Ze kenden me, ze kwamen naar me toe als ik hun naam riep. Huisdieren eet je niet op en doodt je niet voortijdig. Met je huisdieren leef je.

Bram vooraan, Knor wacht zijn beurt af...

Ze zijn weg. En ik ben verdrietig en kan het niet met ze delen. Ik ben niet goed in loslaten.
Gelukkig heb ik mijn honden. Ze voelen dat ik verdrietig ben. Vooral onze heel gevoelige en zorgzame LouLou en natuurlijk Jazz. Loutje is net zo oud als Bram en Knor. Toen de koddige roze-zwart bevlekte biggen hier hun intrede deden, was LouLou ook 12 weken oud. Tijd om goed te socialiseren en dat deed we, ook met Bram en Knor. Ze liep vrolijk door hun rennetje. Later kon dat niet meer; de inmiddels flink uitgegroeide varkens vonden haar nog steeds leuk en zij hen. Maar ze wilden haar telkens met hun neuzen omhoog duwen, net zoals ze de aarde omhoog werkten.

Piglet meets puppy (Bram meets Loulou)

En dat mocht niet van mij. Maar LouLou is tot deze week de enige van de roedel geweest die zich lekker voelde bij Bram en Knor. Jazz was op haar qui vive, ging blaffen. Tessel werd er ook zenuwachtig van. Cato vond het spannend, maar wilde zich niet laten kennen en keek dus non-stop de andere kant uit. Ze heeft van haar bezoek aan Bram en Knor vast een stijve nek over gehouden... Al snel was duidelijk dat ik met LouLou of alleen naar Bram en Knor zou gaan. Het was mijn uitje. Mijn onder onsje met de andere viervoeters aan wie ik mijn hart verpand heb.


Getting to know each other...

Mensen vragen mij altijd hoe ik 'dit' kan?? Fokken; pups hebben en ze laten gaan. Zelf, zo zeggen mensen mij geregeld, zouden ze het nooit kunnen. Ze zouden 'ze' (de pups) allemaal willen houden.
Soms, dat ligt helemaal aan de toon waarop het gezegd wordt, en de non-verbale communicatie die het gesproken woord ondersteunt, krijg ik het gevoel dat mensen denken dat zij meer gevoel hebben dan ik, dat ik harteloos ben.

Genieten in het zonnetje

Ik heb verdriet om Bram en Knor, die niet van mij waren. Wel een verrijking en essentieel deel in mijn leven het afgelopen jaar.
Ik heb geen verdriet om mijn pups die ik uitzwaai. Het verschil zit 'm hierin: van Bram en Knor ben ik afgesneden. Het is voorbij, over, vaarwel. Niets is minder waar met mijn pups.

Zo ontwapenend. Weerloos.

Mijn pups fok ik. Ik kies de genen. Mijn pups help ik geboren worden. Mijn pups geef ik met hun moeder, onze roedel en Joris en de fijne mensen die hier komen, hun basis. Die basis dragen ze hun leven lang mee. Ik zit 'in' mijn pups. Ik heb ze gevormd en ik heb de mensen gekozen die de pups verder zullen vormen. Het uitzwaaien van mijn pups is geen 'vaarwel', het is 'tot ziens'. Er is een lijntje, van twee kanten. Tussen mijn pup en hun thuizen. Soms hoor je veel van elkaar, soms minder. Maar het lijntje is er, en blijft, een heel honden leven lang. (Of langer).We kunnen fijne en verdrietige of moeilijke momenten delen. Ik houd van mijn pups, ook als ze 14 zijn. Het blijven 'mijn' pups. Ik heb hun mensen families gekozen (mensen kiezen zelf hun fokker, maar als fokker kies ik uit het aanbod mijn 'mensen'). 

Afscheid van Dino (Wishstone Ideal Husband)

Ik heb ooit gelezen dat het mooiste wat ouders hun kinderen mee kunnen geven, wortels en vleugels zijn. Wortels, een basis, vertrouwen liefde, van waaruit je kracht put, een leven lang. En vleugels, want ieder 'jong' moet uitvliegen, zijn eigen weg gaan. En dat kan je het beste, wanneer je een goede basis hebt. Ik geloof absoluut dat dit waar is. En ik geef mijn pups precies dat; wortels en vleugels.

Bibi's zoon Buck (Wishstone Icebreaker) klaar voor vertrek

Ik zwaai mijn pups met vertrouwen uit. Met een lach en soms ook een (inwendige) traan. Want natuurlijk is het moeilijk om zoiets van jezelf, zo dierbaar en kwetsbaar, te laten gaan. Maar pijn doet het niet, als je zeker weet dat je de goede mensen gekozen hebt voor je pup. Goede vleugels.. Er is vertrouwen en zorg en wederzijdse overlapping. Dankzij de door mij geselecteerde mensen kan ik doen wat ik heerlijk vind; Meerdere honden hebben, samen een roedel vormen. Kan ik mijn teven, de meesten in mijn handen geboren, behalve baby pup en volwassen hond, ook moeder zien worden, en met hen genieten van dat wonder dat moederschap en nieuw leven is. Zwangerschappen meemaken, de aanstaande moeders zien veranderen. Samen de bevalling en de zorg voor de pups dragen. Teamwork tussen mij en mijn hond. Dat is onbeschrijfelijk mooi en puur. Pups realiseren voor mensen die hen een geweldig leven gaan geven en er soms zelf eentje houden en oud zien worden.

Baguette bij de geboorte van haar H-nest

Ik kan zien wat er voortkomt uit de door mij gekozen combinaties, zowel qua persoonlijkheden als exterieur. Ik geniet van de ruim 8 weken dat de pups van 'mij' zijn. Mijn volkje, mijn fans. Ontroerend vind ik het elke keer weer om te zien hoezeer ik hun idool ben. De beste 2e, na mams natuurlijk.
Ik kan geen heel nest houden. Dat is niet eerlijk voor de pups. Zoals ik het doe, kan ik fokken en daar meestal ontzettend van genietenen gelukkig van worden. Met liefde en aandacht en met emotie, ja, maar dat is inherent aan werken met leven. Soms doet het onmetelijk pijn. Maar zoveel vaker is het onuitsprekelijk mooi.

Cato, tijdens de voorweeen van haar G-nest

Bram en Knor, ik houd voor altijd van jullie, brave lieve kanjers. Ik heb door jullie geleerd, als 'stadsmeisje', hoe geweldig varkens kunnen zijn. Kunnen zijn, ja, want ik wil geloven dat jullie heel heel bijzondere varkens waren. Dank jullie wel voor al je liefs en grappigs. En ook voor de blauwe nagel die ik nog van je heb, Knor, omdat je per ongeluk op mijn vinger beet ipv op het koekje. Ik heb nog een blauwe vinger van jou, en jij bent er niet meer.
Maar voor mij zijn en blijven jullie er. Ook al kregen jullie alleen wortels en geen vleugels.
En ooit, hoop ik, hebben wij onze Bram en Knor op onze eigen grond. Die oud mogen worden, heel oud en heel gelukkig met ons.

De basis

Afscheid nemen is zo divers. Vaarwel is moeizaam. Het is voor altijd. Dat vind ik onverteerbaar verdrietig. Tot ziens is mooi. Tot ziens is geen einde, het is happy parting met het vooruitzicht op many happy returns.
Bij mij en onze Wishstones is 'tot ziens' eigenlijk 'tot zoens', want mijn pups blijven mijn babies en ik zoen ze, knuffel ze, zing voor ze. Al zijn ze oud en krakkemikkig, ze herkennen mijn stem, voelen een 'oer'-gevoel, van ooit, toen, in Annerveenschekanaal. Van mij, van ons. Ik zit in mijn pups, en zij in mij. Wij zijn hun basis. In alle veranderingen in het leven van de Wishstone pup is hun oorsprong.
Tot zoens, tot zoens, tot zoens!

Bram