De
pups van Keet en Pernod zijn nu 16 dagen oud en volop in ontwikkeling.
Ze kuieren sinds twee dagen door de werpkist en hun oogjes zijn (bijna
helemaal) open. Zien kunnen ze nog niet. De pups kunnen ook nog niet
horen, maar het zal niet meer dan een paar dagen duren voordat ze bij
geluiden en onze stem zoekend hun koppies gaan draaien in de richting
van de geluidsbron.
Het
zijn acht stevige dwergjes. En ze hebben al een eigen willetje; Keetje
heeft acht tepels, waarvan de achterste melkklieren het grootste zijn en de
voorste het kleinst. Een honden boezem is dus vooraan klein en loopt
naar achter steeds groter uit. Dat weten de kleine Keetjes al lang;
niemand wil die voorste kleine tietjes; die zijn sneller leeg en dus het
minst aantrekkelijk voor de babies!
De
pups die toch die voorste tepels krijgen, laten die heel snel weer los; ze hebben meteen al door dat dit de kleinste zijn en ze willen "upgraden" , er zijn betere plaatsen aan de borst! Behendig en soms onder piepend protest, want erg ontevreden, proberen naar achteren door te schuiven, naar de grootste tietjes, de beste plaatsen aan de boezem. Maar
iedereen wil die hebben en dus is het elke keer een gedrang van
jewelste... Een kwestie van pakken en vasthouden....
Keet
wordt er niet anders van; zij gaat op haar zij liggen en meestal snurkt
ze al voordat de gift op gang komt, de tieten verdeling moeten de
dwergen zelf maar uitzoeken. Even zo vaak, ligt Keet de kleintjes aan
haar borst te poetsen. Ze snuffelt en duwt de pups op hun zij of op hun
rug, zodat ze er goed bij kan. De
pups laten zich niet afleiden, ze masseren de melkklieren met hun voorpootjes en drinken op
volle kracht, totdat de gift geweest is. Dan laten ze ‘hun’ tepel los,
en schuiven ze door naar de tepels links en rechts van hen, waar broertjes of
zusjes aan hangen, om te checken of er bij de buurman misschien wel nog melk uit de tepel komt.
Dan
is het net een soort van ‘stoelendans’ rond Keetjes’ boezem; totdat ze
allemaal door hebben dat er nergens meer melk te halen is. Dan laten ze
los en kruipen of lopen ze naar een hoekje in de werpkist om lekker uit
te buiken. Zo wisselen slapen en wakker zijn elkaar af.
Keet
houdt alles goed in de gaten, maar wanneer ze zich ervan verzekerd
heeft dat alle pups schoon en tevreden zijn, stapt ze de werpkist uit om
even te buurten in de roedel.
De
eerste dagen ging Keetje nauwelijks uit de werpkist en zeker niet uit
der puppiekamer, maar de laatste dagen neemt ze wel de tijd om ook bij
de rest van onze roedel, in de woonkamer te zijn. Vooral Bootsz,’
Keetjes grote vriendin, wordt dan ontzettend blij. Ze springt snuivend
van enthousiasme rondom Keetje en maakt de haar zo eigen pirouettes in de lucht. Bootsz is onze kleine balerina.
Ook de andere honden nemen echt de tijd
om Keetje te begroeten. Er wordt uitvoerig aan ons zwarte schaap
gesnuffeld, want ze ruikt natuurlijk anders dan anders, met haar dikke
boezem en puppiegeur.
Keet
laat het allemaal geduldig over zich heenkomen. Dat Sooph blije jammer
kreten uitstoot en dat Bibi haar zeer zorgvuldig besnuffelt, vindt ze
prima.
Maar lang blijft ze niet in de kamer; haar nest trekt; haar moederplicht roept haar terug naar de puppiekamer.
De
honden zijn, op Bootsz na, nog niet in de puppiekamer geweest, dat komt
iets later. Vol ontzag bleef Bootszie op gepaste afstand voor de werpkist staan. Toen sprong ze voor een tel lichtvoetig in de werpkist bij de acht van Keet, om bijna direct vanuit de werpkist op de bank te springen en toen snel de puppiekamer weer uit. Dat ze 'slechts op bezoek' was, en op heilige grond, was over duidelijk.
Wanneer de roedel langs de deur van de puppiekamer loopt, wordt er zorgvuldig gesnuffeld en gesnoven onder de deur. Kenners, zoals Bibi en Baguette en LouLou, hebben daar vast ‘nostalgische’ gevoelens van herkenning bij. En Sophie en Tommie, die nog nooit moeder zijn geweest, snuffelen heel bedachtzaam en niet begrijpend. Papa Pernod en overgrootvader Louis vinden de puppiegeur ook interessant. Wanneer ze de kans krijgen, wordt door de mannen een nauwkeurig sporen onderzoek uitgevoerd op de vetbedden uit de werpkist, voordat ze de wasmachine ingaan.
Wanneer de roedel langs de deur van de puppiekamer loopt, wordt er zorgvuldig gesnuffeld en gesnoven onder de deur. Kenners, zoals Bibi en Baguette en LouLou, hebben daar vast ‘nostalgische’ gevoelens van herkenning bij. En Sophie en Tommie, die nog nooit moeder zijn geweest, snuffelen heel bedachtzaam en niet begrijpend. Papa Pernod en overgrootvader Louis vinden de puppiegeur ook interessant. Wanneer ze de kans krijgen, wordt door de mannen een nauwkeurig sporen onderzoek uitgevoerd op de vetbedden uit de werpkist, voordat ze de wasmachine ingaan.
Louis
wil eigenlijk al heel graag bij zijn nakomelingen gaan kijken. Hij is
een super puppie oppas. Het liefst kruipt hij de werpkist in om tussen
de pups te gaan liggen. Dat mag binnenkort, maar nu heeft Keet nog
alleen recht. Pernod vindt zijn kinderen altijd een beetje spannend in
het begin. Naarmate de pups groter worden, beleeft hij steeds mee
plezier aan ze. De prille baby fase vindt hij een beetje griezelig...
De
kleine Keetjes groeien als kool en dat allemaal nog puur op moedermelk.
Over een paar dagen zullen we de pups gaan bijvoeren met geitenmelk en
pap, maar voorlopig is de melkfabriek van moeder Keet nog de enige bron
van voedsel.
Ons
zwarte schaap moet zelf dus extra veel eten en ze begint al wat uit te
haren; een acht koppig nest voeden, gaat je niet in de koude kleren
zitten, het is een top prestatie die kracht en energie vergt!
Met vlees en lekkere snacks van Keetjes verzorgen en verwennen we ons mamaatje, die daar gretig voordeel mee doet.
Meet the Keetjes:
Anise Pastis Pernod (geel reutje)
All You Can Eat (geel reutje)
After You (zwart reutje)
Abacadabra (zwart reutje)
Apple of My Eye (zwart teefje)
A la Carte (zwart teefje)
Alter Ego (zwart teefje)